Alleen, liggend in zijn auto, de rugleuning naar achteren, gesust door het ruisen van de golven, overpeinst hij de woeste uitgestrektheid van de Atlantische Oceaan. De bijtende kou van de winter sijpelt door de beslagen ramen en de zilte geur van schuim kleeft nog aan zijn wet-suit, een overblijfsel van de golven waar hij de vorige dag mee te maken had. Toch hangt er een heel andere geur in de wagen: de aromatische frisheid van een lavendelzakje, ooit in zijn schone wet-suit gestoken, dat de ijzige lucht prikkelt met een verkwikkende bries.
Lavandin, mandarijn, pepermunt, kardemom, viooltjesblad, mariene noten, sandelhout, iris
Nathalie Lorson